Doosan vervangt 6 modellen van de LC-3 serie door nieuwe LC-5 modellen. Het gaat om de modellen vanaf 30 tot en met 53 ton of de modellen DX300, DX 340, DX380, DX 420, DX 490 en DX530. De nieuwe machines hebben meer kracht, zijn robuuster en zijn behendiger.
Een belangrijke wijziging ten opzichte van de LC-3 serie is de vervanging van de Stage 3b motor door een Stage 4 motor. Werd op de 3 kleinste LC-3 modellen een eigen Doosan motor en bij de zwaardere tonnages een Isuzu motor ingebouwd, dan wordt nu op de 6 modellen van de LC-5 serie een Scania motor ingebouwd. Deze Scania motoren voldoen aan de emissie eindnormen door gebruik van de CEGR-techniek in combinatie met SCR-nabehandeling (adblue). Dit zonder gebruik te maken van een roetfilter. Op de LC-5 serie dus geen DPF-regeneratieschakelaar meer zoals op de LC-3 serie, die EGR combineerde met DOC-filter en roetfilter.
De modellen DX300,340 en 380 winnen met de nieuwe motor heel wat in motorkracht. Zij zijn allen uitgerust met een DC9 5-cilinder Scania motor. Op de DX300 haalt deze motor een vermogen van 275 pk (202 kW) bij 1800 t/min. Dit is 27% meer dan zijn voorganger. Ook zijn maximaal koppel ligt 30% hoger. Op de DX340 en 380 is het vermogen 318 pk (237 kW) bij 1800 t/min. wat resp. 11 en 13% meer vermogen is. De motor heeft ook 4% meer koppel.
De DX 420, 490 en 530 zijn uitgerust met een Scania DC13 6-cilinder motor. Op de DX420 heeft de motor 345 pk (257 kW) en op de 490 en 530 is dit 380 pk (283 kW). Deze motoren draaien nu allen op een werktoerental van 1800 t/min.
Met uitzondering van het topmodel zijn de machines zwaarder geworden. De DX300 weegt met zijn 30,9 ton 900 kg meer. De DX340 en 38, resp. 36,2 en 40,2 ton, wegen 1.300 en 1.000 kg meer en de DX420 en 490, resp. 42,6 en 49,7 ton, wegen 700 en 500 kg meer. Dit surplus in gewicht vertaalt zich in meer hefvermogen.
Doosan maakte de LC-5 machines ook zuiniger. Het verbruik zou 5 à 10 % lager liggen. Uiteraard is dit deels te wijten aan de nieuwe motor, maar ook nieuwe energiebesparende technieken verklaren dit minverbruik zoals Trip Meter Setting waarmee de chauffeur het verbruik kan opvolgen en de nieuwe stationairmotoruitschakelingsfunctie. Brandstof wordt ook bespaard dankzij het Ecopower hydraulisch systeem met Smart Power Control (SPC) dat het pompvermogen elektronisch stuurt. Het zorgt ervoor dat de werking van de motor en de hydrauliek op elkaar afgestemd worden en dit in alle werkmodi (E, S, P en P+). Feitelijk is dit een doorontwikkeling van het e-POS (Electronic Power Optimising System) systeem van de LC-3 serie.
Daarnaast is ook de koeling van de machines verbeterd met een scheiding van de radiateur en de oliekoeler en met afzonderlijk aangedreven koelfans. Voor een gemakkelijke koude start kan ingesteld worden om automatisch voor te gloeien vanaf -10 °C. Tevens kan ook de koelvloeistof voorverwarmd worden, zodat tot -20°C vlot gestart kan worden.
Verder is de cabine vernieuwd met meer comfort. Er zijn verschillende nieuwe meters, functies en menu’s toegevoegd aan het controle paneel, waaronder een Adblue-meter.
Bediening van de aanbouwdelen kan met de joystick of met het tweeweg-pedaal. Zo heeft de chauffeur zelfs in de meest precieze werksituaties volledige controle door de machine te bedienen met de joystick en het aanbouwdeel met het tweeweg-pedaal.
Tenslotte is de serie standaard uitgerust met het CoreTMS-vlootbeheersysteem.