Michel Petit & Fils, een distributiebedrijf voor stookolie en pellets uit Baranzy, heeft onlangs een ADR trekker-tankopleggercombinatie met een totaal toegestane massa van 50 ton in gebruik genomen. Dankzij de Volvo FH I-Save trekker kan het familiebedrijf niet alleen 6.000 liter extra stookolie vervoeren, wat neerkomt op een totaal van 43.000 liter, maar ook het brandstofverbruik aanzienlijk verminderen.
Sinds mei 2018 mogen zesassige trekker/opleggercombinaties in Wallonië met een maximaal toegelaten massa (MTM) van 50 ton rijden (terwijl Vlaanderen en Brussel een maximaal gewicht van 44 ton behielden). “Oorspronkelijk leek de nieuwe reglementering de ADR-producten en vloeistoffen in bulk uit te sluiten omdat ze niet duidelijk was. Mijn vader en Stéphane Arnould van Garage Arnould, de Volvo Trucks dealer in Bertrix, zijn naar de minister van Mobiliteit gegaan om opheldering te vragen en ook het transport van deze producten mogelijk te maken”, legt Jonathan Petit uit. Hun demarche was succesvol: in januari van dit jaar kwam de gevraagde opheldering. “Op basis van deze verduidelijkingen hebben we samen met Garage Arnould en de tankfabrikant Stokota in Lokeren een 12 meter lange tankoplegger ontworpen en de optimale ladingsverdeling berekend. Ook voor Stokota was dit een primeur, want Vlaanderen kent nog een MTM van 44 ton”, voegt hij toe.
Zesduizend liter stookolie meer…
Voor Michel Petit & Fils stond er veel op het spel. “We hebben een stookoliedepot van 600.000 liter in Baranzy, diep in de Ardennen nabij de grens met Luxemburg en Frankrijk. Het dichtstbijzijnde oliedepot om ons te bevoorraden bevindt zich in Luik, op een afstand van 170 kilometer. Dankzij de 50 ton kunnen we 43.000 liter stookolie per rit vervoeren, in plaats van 37.000 liter. We kunnen dus 6.000 liter – of 14% – meer per rit meenemen”, zegt Jonathan Petit.
… en vier tot vijf liter diesel minder
Voor het trekken van de tankoplegger heeft het bedrijf een FH I-Save 6×4 trekker van 510 pk gekocht met een liftbare en ontkoppelbare achteras, een Volvo-exclusiviteit. “Aangezien we in onze pendeldienst op Luik 170 kilometer leeg rijden, verminderen we hiermee niet alleen de bandenslijtage, maar verlagen we ook het brandstofverbruik nog verder”, legt hij uit. “De nieuwe trekker vervangt een FH Euro5 van 500 pk die – met 44 ton – gemiddeld 38 tot 39 liter per 100 kilometer verbruikte. Ondanks drie zware hellingen van 10 tot 13% op het traject komen we met de FH I-Save Euro 6 aan een gemiddeld verbruik van 34 tot 35 liter. We vervoeren nu dus niet alleen 6.000 liter meer, maar verbruiken ook 4 tot 5 liter minder. Dat is veel beter dan we hadden gehoopt, want met een status quo waren we al blij geweest”, zegt Jonathan Petit. “De FH I-Save combineert een D13 turbocompoundmotor met een aantal functies zoals de I-See predictieve software en de I-Roll, waardoor de truck de meest zuinige ooit in Volvo’s gamma is. Deze kenmerken zijn ideaal op zo’n heuvelachtig traject als dat tussen Luik en Baranzy. Bovendien ontwikkelt de motor een indrukwekkend koppel van 2.800 Nm”, zegt Olivier Halloy van Garage Arnould.
Volledige veiligheidsuitrusting
“Michel Petit’s trekker is uitgerust met de meest geavanceerde veiligheidsuitrusting. Zo heeft hij niet alleen de geïntegreerde VEB+ retarder, maar ook een Voith VR3250 retarder. Dankzij de combinatie van beide is het mogelijk om – volledig geladen – steile hellingen af te dalen zonder de remmen aan te raken. Bovendien is hij uitgerust met onder meer een frontale botsingswaarschuwingssysteem, een geautomatiseerde cruisecontrol (ACC), Lane Keeping Assist, een anti-slaperigheidssysteem en een automatische noodstop”, zegt Olivier Halloy nog.
Trouw aan Volvo Trucks
Michel Petit & Fils is een bedrijf dat trouw is aan Volvo Trucks. Zeven van de acht voertuigen in zijn vloot zijn van het Zweedse merk. “Naast de FH I-Save-trekker bestaat deze uit drie tankwagens voor de stookoliedistributie, drie silowagens met blowers voor de pelletdistributie en twee bakwagens met afneembare bovenbouw. Deze kunnen zowel een kipper als een silo meenemen, wat betekent dat we onze capaciteit voor de distributie van pellets kunnen vergroten wanneer dat nodig is – bijvoorbeeld in de winter”, besluit Jonathan Petit.