Manitou was één van de pioniers bij de ontwikkeling van telescoopladers en bouwde een zodanige reputatie op dat men in thuisland Frankrijk spontaan de naam ‘Manitou’ gebruikt, wanneer men het heeft over een verreiker. Manitou staat voor ‘manipuler tout’ of ‘alles verplaatsen en verwerken’. Minder bekend is dat de Belg Wim Roose vanuit de hoofdzetel te Ancenis, vlakbij Nantes, mee verantwoordelijk is voor de ontwikkeling van de Manitou verreikers en knikladers.
Terra: Wat houdt de functie van Global Product Line Manager in?
Wim Roose: “Om het bondig te omschrijven. Ik ben als het ware de link tussen de eindklant en de engineering-afdeling voor de Manitou-verreikers, -wielladers en voorzetapparatuur.”
Terra: Je komt uit de sales in België. Waarom de overstap naar deze internationale functie?
WR : “Ik ben van opleiding landbouwingenieur, waardoor ik altijd al interesse heb gehad voor trekkers, grondverzetmachines, oogstmachines en landbouwmachines. Techniek en innovatieve ontwikkelmethoden hebben me altijd geïnteresseerd. Echter wanneer je in de verkoop actief bent, kan je je niet bezig houden met ontwikkeling. Als je dan de kans krijgt om de schakel te worden tussen de verkoop en de ontwikkeling dan was mijn keuze snel gemaakt. Bovendien heeft het internationale me altijd geïnteresseerd, het boeide me altijd om te weten hoe in andere continenten aan grondverzet werd gedaan en welke machines er werden ingezet. Doordat België een buurland is van Frankrijk, staan we met ons Manitou Benelux-team heel dicht bij de fabriek. Er is tussen ons geen taalbarrière en dat speelt natuurlijk mee bij het leggen van contacten. In de hoofdzetel kennen ze ons.”
Terra: In 1958 construeerde Marcel Braud een hefmast aan een Mc Cormick-tractor en bouwde zo zijn eerste ruwterreinheftruck, de MC5. Kort daarna introduceerde hij de merknaam ‘Manitou’. Manitou is de afgelopen decennia enorm gegroeid onder meer door gerichte overnames van Gehl en Mustang. Is Manitou nog altijd een familiebedrijf en ervaar je dit ook op de werkvloer?
WR: “Manitou is voor 65 % eigendom van de familie Braud en Himsworth en de overige 35 % is beurs genoteerd. Marcel Braud, of meneer Braud zoals hij in de wandelgangen wordt genoemd, komt ondanks zijn 87-jarige leeftijd nog elke dinsdag naar kantoor in de hoofdzetel in Ancenis aan de Loire en passeert dan langs alle kantoren. Hij kent niet alleen veel medewerkers bij naam, maar geeft nog altijd praktische tips en zijn mening bij het ontwikkelen van nieuwe producten. Onder zijn impuls is Manitou een wereldspeler geworden en bouwde een sterke reputatie op in de landbouw, bouw- en industriesector. Anno 2020 staat de Manitou-groep voor vijf merken: Manitou, Gehl, Mustang, Loc en Edge. Manitou bouwt verreikers, knikladers, skid steer loaders, track loaders , hoogwerkers en heftrucks, Gehl en Mustang bouwt knikladers, skid steer en track loaders en Loc is gespecialiseerd in elektrische magazijntrucks. Edge produceert op zijn beurt dan weer de aanbouwdelen voor knikladers, skid steer en track loaders.
Terra: Bij de ontwikkeling van een nieuw type of serie ga ik er vanuit dat een denktankteam aan het werk gaat. Wie wordt er allemaal betrokken bij de ontwikkeling?
WR: “Eerst en vooral worden de eindklanten erbij betrokken. Mijn taak is om te kijken wat er speelt bij de eindklant in de verschillende regio’s. Ik word hierin bijgestaan door de productspecialisten van onze 24 filialen. Ze hebben allemaal een specifiek lastenboek, want elke machine moet ook kunnen werken in zijn bijna unieke werkomgeving. We hebben daarom verschillende productgroepen voor Europa, Noord-Amerika, Japan, Noord-Korea, Azië, Zuid-Amerika en Afrika en kijken afhankelijk van de regio naar aangepaste comforteisen, motoren, werksnelheid, enz. We proberen altijd op zoek te gaan naar de grootste gemene deler die het best aansluit bij de vraag van de klant, met in ons achterhoofd altijd een hoog percentage standaardisatie om de productie zo efficiënt mogelijk te laten verlopen.”
Terra: Hoe moeten we ons zulk ontwikkelingscentrum voorstellen?
WR : “Het bestaat uit een aantal teams die nauw samen werken. Een team van ingenieurs die een aantal zaken theoretisch gaan ontwikkelen en berekenen en wanneer het idee is uitgerijpt, gaat een ander team aan de slag om het nieuwe product te bouwen en uitgebreid te testen in de praktijk. Dit laatste gebeurt in ons speciaal uitgerust testcentrum waar men in korte tijd de levensduur van een verreiker kan simuleren. Dit gebeurt niet meer via de klassieke hobbelbaan, maar robots nemen de testfase volledig voor hun rekening zodat we bijvoorbeeld in een tijdsspanne van zes maanden de volledige levensduur van vitale onderdelen van een machine kunnen simuleren. Dit kan variëren van een deurscharnier tot een luchtgeveerde stoel van een gerenommeerde fabrikant en de JSM autopower-joystick die we tijdens Agritechnica introduceerden. Eens alle componenten afzonderlijk getest zijn, volgt de reële eindfase waar prototypes op een aantal testbedrijven onder zware werkomstandigheden worden ingezet en van nabij worden opgevolgd.”
Terra: Op welke innovaties richt Manitou zich?
WR: “Wij willen een verreiker bouwen die op het gebied van comfort, capaciteit, en TCO Total Cost of Ownership de beste is op de markt. Voor wat het comfort betreft willen we dit van een trekker evenaren, prestatie gaan we meten in ton/uur en TCO is de totale kost van de machine tijdens zijn levensloop van aankoop, onderhoud, brandstofverbruik tot restwaarde. Het is logisch dat we heel veel onderzoek doen naar CO2-arme oplossingen, vooral voor toepassingen in stedelijke werkgebieden. Om aan deze vraag een concreet antwoord te bieden presenteerde Manitou tijdens de Bauma-beurs te München in het voorjaar van dit jaar een serie 100 % elektrisch aangedreven machines onder het label ‘Oxygen’. De nieuwe lijn omvat een nieuwe ruwterrein hoogtewerker ATJ 200 E-Oxygen met een werkhoogte van maximaal 20 meter en een maximale capaciteit van 230 kg. Bijzonder is dat de elektrische versie dezelfde prestaties biedt als de dieselversie.
Met de MRT 2550-H Oxygen introduceerden we een hybride-versie van de diesel MRT2550. De hybride is in staat om in 100 % elektrische modus te werken en behoudt met een hefhoogte van 25 meter en een capaciteit van 5 ton dezelfde kenmerken als de dieselversie. Een derde machine in de Oxygen-lijn is de volledig elektrische MT625-E compacte verreiker, een lichtgewicht verreiker gebaseerd op de MT625.”
Terra: In hoeverre spelen bij de ontwikkeling van nieuwe Manitou’s thema’s als duurzaamheid en klimaat een rol?
WR: “Zoals elke fabrikant zijn we druk bezig met dit complexe thema. Maar het is niet eenvoudig. Gaan we voor 100 % elektrische machines, of hybride of waterstof aangedreven machines? De soort brandstof is hier heel belangrijk, want hoe minder brandstof hoe minder uitstoot. Heel belangrijk in dit kader is het thema ‘total cost of ownership’, hoe ver wil en kan de eindklant hierin gaan.
Bij de ontwikkeling kijken we onder meer naar recyclage. We kregen hiervoor een award tijdens Sima 2019, voor onze benadering van tweedehands machines, waarvan de onderdelen worden hergebruikt of gerecycleerd. Veiligheid en het beperken van arbeidsongevallen kaderen ook in duurzaamheid. Hier wordt veel geïnvesteerd in onderzoek om de bewegingen die de bestuurder van een machine maakt of moet maken te analyseren om zodoende de werkomgeving optimaal in te richten.
Manitou was bovendien een voorloper in het ontwikkelen van een standaard protocol om het concrete dieselverbruik van een verreiker via een sticker aan te duiden. Dit project kreeg de naam ‘Reduce Fuel Eco Program’ en gaf op een transparante manier het verbruik na het doorlopen van een onafhankelijke testnorm weer. Dit resulteerde in een Europese norm EN 16796-4 voor verreikers waarbij een klant het brandstofverbruik van verschillende merken objectief kan vergelijken.”
Terra: Kun je Manitou omschrijven als een shortliner (fabrikant die zich richt op één activiteit), namelijk het transporteren van goederen op werven?
WR: “Neen, ik vind dat wij een full liner zijn in handling, daar staat Manitou ook voor, alles behandelen en verwerken. We hebben een compleet gamma voor de landbouw en ook voor elke aannemer in de wegenbouw. Toegegeven grote wielladers hebben we niet, wel tot 150 pk, maar het is belangrijk dat je als wereldwijd opererend bedrijf aantallen moet kunnen verkopen.”
Het juiste accessoire maakt een verreiker compleet
Terra : Jullie CEO Michel Denis deed onlangs bij een interview volgende uitspraak. ‘Wanneer je een machine koopt van de Manitou Groep dan koop je twee machines: de eigenlijke fysieke machine en een digitale machine die je in je hand hebt’. Kun je deze uitspraak toelichten?
WR : “Vandaag is iedereen digitaal geconnecteerd. Onze producten zijn niet alleen werktuigen, maar ook dataverzamelaars. Een voorbeeld is Easy Manager voor het beheer van je machinepark. Via Tracking kan men vanop afstand de machines op de verschillende werven opvolgen. Manitou Tracking beheert ook het onderhoud en vertelt via e-mail wanneer er een onderhoud uitgevoerd dient te worden, wat niet onbelangrijk is in de verhuursector. Door Tracking kan er bovendien worden bespaard op logistieke kosten. Een dealer krijgt bijvoorbeeld een error code door en kan proactief reageren, kan vanop afstand de codes uitlezen en bij defect bijsturen en kan indien nodig de juiste onderdelen al bestellen zonder ter plaatse te zijn geweest. De applicatie is heel laagdrempelig en werkt op tablet net als op een normale laptop of pc. Door het geconnecteerd zijn, merken we dat sommige machines 15% van de draaiuren werken zonder chauffeur, daarom dat het Eco-Stop-systeem zo interessant is, het bespaart niet alleen brandstof en onderhoudskosten maar verhoogt de tweedehands waarde omdat de machine minder draaiuren heeft.”
Terra: Er komen steeds meer merken van verreikers op de markt. Hoe wapent Manitou zich hier tegen?
WR: “Onze sterkte is ons gamma en onze dealers. Onze klanten hebben bijvoorbeeld de keuze uit 32 verschillende typen landbouwverreikers. We hebben voor elke klant wel een machine en dit is net zo voor klanten uit de bouwsector. We hebben bovendien een dealernetwerk waar verreikers en het merk Manitou hun kernactiviteit is. Bovendien kunnen we af fabriek heel veel voorzetstukken leveren die naadloos op onze machines passen, want het juiste accessoire maakt een verreiker compleet en dit is bij veel collega-merken een ander verhaal. Manitou kan 600 verschillende accessoires leveren die ofwel door Manitou zelf of door een bevoorrechte partner worden geproduceerd. Alle door Manitou afgeleverde voorzetstukken worden uitgebreid getest in het Manitou-onderzoekcentrum in Ancenis, waar ze worden onderworpen aan een versnelde verouderingssimulatie, maar er wordt ook nagegaan of het accessoire de stabiliteit van de verreiker al of niet beïnvloedt. Pas wanneer een strikt protocol is afgewerkt, wordt het accessoire al of niet vrijgegeven en officieel door Manitou gehomologeerd. Voordeel van dit alles is dat de klant bij de aankoop van een verreiker kan kiezen uit een uitgebreid gamma Manitou-toebehoren met CE-markering en onmiddellijk weet welk toestel toegankelijk is voor zijn verreiker.”
Terra: Manitou is niet alleen aanwezig op alle grote beurzen van de bouwsector, maar ook op vele landbouwbeurzen. Is er volgens u een overaanbod aan beurzen?
WR: “De Manitou Groep neemt deel aan alle grote internationale beurzen zoals Bauma, Sima en Agritechnica. De filialen zijn dan weer verantwoordelijk voor hun aanwezigheid op beurzen zoals AgriFlanders, Libramont, Matexpo en Agribex. Beurzen waren in het verleden noodzakelijk, je imago werd als het ware afgerekend op je beursaanwezigheid. Door het ganse internetgebeuren kan je nu alles à la minute online opvolgen en hierdoor zeer selectief op zoek gaan naar informatie en kun je ook snel worden geïnformeerd. Wij volgen deze evolutie van nabij op. In de Benelux hebben wij een goed dealernetwerk en door onze aanwezigheid ondersteunen we die mensen. Probleem is dat beurzen heel veel geld kosten en dat elke beurs wel gelinkt is aan een organisatie. Eén zaak maakt een beurs echter onvervangbaar en dat is het menselijk contact en dat wil ik toch voor geen geld missen.”